In heel veel tuinen te vinden en toch kennen veel mensen hem nauwelijks: de heggenmus.
Deels uitstekend gecamoufleerd, gedeeltelijk blauw gekleurd. Dat laatste zie je vooral goed als je hem in vol zonlicht kan fotograferen.
Het liefst scharrelen ze in en bij bosjes, die naam klopt dus prima. En wat ook handig is, eigenlijk is dat de omgeving waar ze ook horen. Ze zijn niet zo opportunistisch geweest als hun (verre) neef, de huismus. Die vond het makkelijker om in de buurt van bebouwing te gaan leven. Dat had grote voordelen. Veel rondslingerend voedsel en huizen waarop voldoende scheve of kapotte dakpannen lagen om lekker onder te kruipen. En anders was er wel klimop waarin je een nest kon bouwen. Tot … de mens steeds strakker ging bouwen. Weg al die gaatjes en plekjes. Van meest getelde vogel naar misschien wel bedreigd. Nou ja, zo ver is het nog niet. En de mens verzorgt al nestkastjes, op maat gemaakt.
Maar dan de heggenmus. Die bleef gewoon eenvoudig in struiken leven. En desondanks zijn er momenten waarop je hem prima kan zien. Bijvoorbeeld in de winter, als hij rond scharrelt, op zoek naar voedsel en mooi afsteekt tegen een wit sneeuwdek. Of in het voorjaar. Want net als de meeste vogels moet hij dan aan de bak. Kenbaar maken dat je er bent, een partner vinden, liefst een paar. Dan is hij helemaal niet schuchter en stilletjes. Dan zit hij wat graag bovenin struiken te zingen, soortgenoten te verleiden.
Kijk eens hoe mooi eenvoud kan zijn! En vrijwel zeker ook bij jou in de tuin.
Tekst en foto: EJB