Vaak zegt een naam iets over degene die geduid wordt. Nou, er is één insect waarbij dat voor 100% niet klopt. Dat is de blinde bij (Eristalis tenax). Die is namelijk niet blind en het is ook al geen bij.
Hij hoort tot de familie van de zweefvliegen, de Syrphidae. Ze hebben dus niet van die antennes, zoals een bij. Ook hebben ze slechts één paar vleugels, terwijl bijen twee paar hebben. Wel lijkt hij sterk op een echte (honing)bij, een gevalletje van look-a-like. Lijken op een weerbaar insect. Terwijl je zelf niet kan steken, je hebt zelfs geen angel.
De blinde bij is overigens een vrij algemene verschijning in Nederland. Grappig is dat ze op hun ogen haartjes hebben. Dat zou een verklaring kunnen zijn waarom de naamgevers vroeger dachten dat hij wel blind zou zijn. Met haar kijk je immers niet.
De blinde bij leeft zelf van nectar en stuifmeel. Voor hun nakomelingen hebben ze dat niet nodig. De vrouwtjes leggen hun eitjes in water. Liefst lekker vies, daar halen de larfjes hun voedsel uit. Zelfs zuurstofloos water, zoals in gierkelders, is geen probleem. Ademhalen doen de larven dan met een slurfje, van boven het wateroppervlak. Daarom worden ze wel rattenstaartlarven genoemd. Als ze aan verpoppen toe zijn, kruipen ze naar het droge. Niet raar dus dat muren van gierkelders soms lijken te leven.
Je kan ze ook nog best laat in het jaar zien. Het exemplaar op de foto zat eind september nog lekker te genieten van nectar en stuifmeel van zilte zeeaster, achter de Waddendijk op Texel.
Tekst en foto: EJB