Nederlandse versie
Bij Robby Roodborstje
Op een koude ochtend aan het begin van de winter wordt Robby Roodborstje wakker van een sneeuwvlokje dat op zijn hoofd neerdwarrelt. Het sneeuwt! Robby houdt wel van sneeuw. Alles ziet er zo mooi uit als er een laagje sneeuw ligt. Maar het is ook wel een beetje lastig als je op zoek moet naar eten. Al die lekkere dikke wormen zijn niet meer te vinden onder de sneeuw. Maar bij De Papaver hangt er een lekkere vetbol met zaadjes voor hem klaar. Gelukkig heeft Robby dikke donsveertjes die hem goed warm houden.
Maar hoe zou het met zijn vriendjes gaan? Zouden zij het koud hebben? Zouden ze genoeg te eten hebben? Robby besluit dat hij zijn vriendjes gaat opzoeken. Misschien kan hij ze wel een handje helpen. Eerst maar op bezoek bij Liesje, het lieveheersbeestje. Liesje speelt graag verstoppertje. Zoeken jullie mee?
Bij Liesje Lieveheersbeestje
‘Hallo lieve Liesje, jij zat goed verstopt!’ zegt Robby. ‘En wat gezellig hier met je broertjes, zusjes en de hele familie samen in dit holletje in de boom.’
Liesje vertelt aan Robby dat het niet alleen gezellig is, maar ook lekker warm zo met zijn allen. Liesje heeft geen zin om buiten te komen spelen. Veel te koud. ‘Kom in de lente maar terug hoor’, zegt Liesje. ‘Dat is goed’ zegt Robby, ‘dan ga ik nu op bezoek bij Prikkie Egel.’
Gaan jullie mee naar Prikkie?
Bij Prikkie Egel
Prikkie Egel ligt te slapen in een mooi nestje van takjes, gras en blaadjes. Robby moet heel hard roepen om Prikkie wakker te krijgen. ‘Ik was net begonnen aan mijn winterslaap’ zegt Prikkie.
Robby moet een beetje lachen om Prikkie. Prikkie moet erg hard geeuwen en hij is ook wel een beetje dikker geworden sinds Robby hem de laatste keer zag. Prikkie legt uit dat hij niet van de winter houdt. Veel te koud, en er is dan ook niet veel eten te vinden! Daarom eet hij eerst zijn buikje rond in de herfst en dan hoeft hij de hele winter niet meer te eten. Als het lente wordt komt hij pas weer naar buiten en dan heeft hij reuze honger! ‘En nu wil ik graag weer gaan slapen’ geeuwt Prikkie.
‘Welterusten Prikkie, ik ga op zoek naar Koos Konijn’.
Bij Koos Konijn
Eindelijk iemand die de sneeuw ook leuk vindt! Koos en Robby spelen verstoppertje tussen de bomen. Het is niet zo moeilijk voor Robby om Koos te vinden. Met zijn grote achterpoten laat hij mooie sporen achter in de sneeuw. Voor Koos valt het niet mee om Robby te vinden en na een uurtje is Koos het beu. ‘Heb jij het niet koud gekregen Koos?’ vraagt Robby. ‘Nee hoor,’ zegt Koos, ‘ik heb een lekkere warme vacht. Iedereen wil wel zo’n heerlijke bontjas hebben in de winter.’
‘Maar is die bontjas dan niet te warm in de zomer?’ vraagt Robby. ‘Nee want als het warmer wordt verlies ik een hoop haren,’ zegt Koos. ‘Minder haren, minder warm.’ ‘Oh ja’, zegt Robby. ‘Dat doe ik ook met mijn veren. ‘Minder donsveren, minder warm. Zullen we morgen weer samen spelen Koos?’ ‘Je weet mijn holletje te vinden dus kom maar langs,’ zegt Koos. ‘Ik ga nu op bezoek bij Fladder Vleermuis,’ zegt Robby. ‘Tot morgen!’
Bij Fladder Vleermuis
Fladder Vleermuis hangt samen met nog een paar andere vleermuizen in de vleermuizenkast. Hij hangt ondersteboven met zijn vleugels strak om hem heen gevouwen. Vlak naast hem hangen nog meer vleermuizen. ‘Dat is vast om lekker warm te blijven’ denkt Robby, ‘net als bij Liesje lieveheersbeestje.’ Hoe hard Robby ook roept, Fladder wordt niet wakker.
Merel vliegt langs en roept dat Robby Fladder maar moet laten slapen. Ook Fladder is in winterslaap, net als Prikkie Egel. En Fladder is ook wat dikker geworden. Zou Fladder ook niet eten in de winter? Zachtjes gaat Robby er weer vandoor. Op zoek naar Ed de Eekhoorn.
Bij Ed de Eekhoorn
‘Ed…… Ed ben je thuis?’ Robby gluurt naar binnen in het boomholletje waar Ed woont. Ed is thuis. Hij wordt wakker van Robby’s roep. ‘Ben jij ook in winterslaap?’ vraagt Robby. ‘Er zijn bijna geen vriendjes meer om mee te spelen!’ ‘Nou, winterslaap….. ,nee, meer winterrust eigenlijk’ zegt Ed. ‘Ik ben heel erg moe, want ik heb de hele herfst hard gewerkt om zoveel mogelijk nootjes te verzamelen. Die nootjes heb ik in de buurt van mijn boomholletje verstopt, zodat ik in de winter altijd wat te eten heb. Als het koud wordt ga ik lekker slapen en als ik honger krijg dan word ik wakker en dan eet ik mijn buikje rond. Daarna val ik weer als een blok in slaap.’ ‘Het spijt me dat ik je wakker heb gemaakt Ed,’ zegt Robby. Robby begint steeds meer te begrijpen dat elk dier zijn eigen manier heeft om de winter door te komen. Hij wenst Ed welterusten en gaat op zoek naar Kwaak de Kikker.
Bij Kwaak de Kikker
Kwaak de Kikker is niet te vinden. Robby zoekt bij de sloot waar hij nog niet zo lang geleden met Kwaak heeft gespeeld. Merel vliegt langs en ziet Robby zoeken. ‘Wie zoek je Robby?’ vraagt Merel.
‘Ik zoek Kwaak maar ik kan hem nergens vinden.’ zegt Robby. ‘Dat klopt, zegt Merel, ‘Kwaak heeft zich goed ingegraven in de modder, diep onderin de sloot. Onderin de sloot wordt het niet kouder dan nul graden en zo zal Kwaak niet bevriezen in de winter, ook niet als er een laagje ijs op de sloot komt.’ Wat is Merel slim! Robby bedankt haar en gaat op zoek naar Sunny Zwaluw. Daar kan hij zulke leuke duikvluchten mee maken!
Bij Sunny Zwaluw
Het nestje van Sunny is leeg. ‘Nee hè, is ook Sunny in winterslaap?’ Daar is Merel weer. Ze begrijpt dat Robby vriendjes zoekt en ze wil Robby graag helpen. Merel vertelt dat Sunny naar het zuiden is gevlogen, helemaal naar Afrika! ‘Dat klinkt leuk’ zegt Robby. Maar Merel zegt dat het niet altijd zo leuk is als het lijkt. Natuurlijk is het lekker warm in Afrika, maar de weg er naar toe is heel lang en gevaarlijk. Onderweg kan het flink gaan stormen en ze moeten uitkijken voor roofvogels en andere roofdieren. ‘Dan blijf ik toch maar liever thuis’ zegt Robby en hij gaat verder op zoek naar een vriendje om mee te spelen. Zouden Karel en Cora Krekel misschien thuis zijn?
Bij Karel en Cora Krekel
Robby heeft Karel en Cora al heel lang niet gezien. Begin deze zomer zongen ze samen in het grote buitenorkest. Robby heeft wel zin in een beetje muziek, want hij voelt zich een beetje verdrietig nu zoveel vriendjes er niet zijn. Hij kijkt in het holletje in de grond waar Karel en Cora wonen. Karel en Cora zijn er niet, maar het holletje is niet leeg. Er zit een jong krekeltje in het holletje. ‘Wie ben jij, en waar zijn Karel en Cora?’ vraagt Robby. ‘Ik ben Nimf’ zegt het kleine krekeltje. ‘Ik ben de zoon van Karel en Cora. Krekels leven niet zo lang als een roodborstje. Als er eitjes zijn gelegd gaan de ouders dood. Die eitjes worden kleine krekeltjes, zoals ik. Elke keer dat ik groei barst ik uit mijn velletje, dat is al negen keer gebeurd. Na de winter krijg ik nog twee keer een nieuw velletje en dan ben ik al volwassen.
Mag ik dan ook meezingen in het grote buitenorkest?’ ‘Ja natuurlijk, dat lijkt me superleuk’ zegt Robby. ‘Ik kom je ophalen als we weer gaan beginnen met het orkest,’ belooft Robby. En hij vliegt weg, blij dat hij een nieuw vriendje heeft gevonden. Daar komt Merel weer aangevlogen.
Bij Merel
‘Ik verveel me ook een beetje’ zegt Merel. ‘Heb jij zin om samen met mij wat te zingen?’
Robby knikt ja, hij is blij dat Merel ook van zingen houdt. Zingen is leuker met zijn tweetjes dan alleen vindt hij. Samen zingen ze er op los. Koos Konijn komt er ook bij en stampt met zijn grote voeten mee op de maat. Fladder Vleermuis wiegt zachtjes mee in zijn dromen en Prikkie Egel snurkt er vrolijk op los, al is het niet helemaal goed in de maat.
De zon gaat plotseling weer schijnen en Robby voelt zich gelijk een stuk vrolijker. Hij heeft toch wat vriendjes gevonden om mee te spelen en hij weet dat in de lente zijn andere vriendjes weer wakker zullen worden. Hij heeft grote plannen voor het buitenorkest en oefent met Merel wat nieuwe liedjes om zijn vriendjes mee te verassen als het weer lente is.